In de 12 jaar dat ik in Tilburg woon heb ik al op 7 verschillende adressen gewoond (en daar vallen Barcelona en New York niet onder). Het 7e adres is er deze week bij gekomen. Zeven adressen betekent ook 7 keer verhuizen, dan zou je denken dat ik een pro ben. Helaas, verandering is niet mijn sterkste kant.
Tijdens het onderzoek van de psycholoog werd er vaak gesproken over autisme. Ik hou me vast aan bestaande structuren en heb last van veranderingen in die structuren.
Zo eet ik elke ochtend hetzelfde totdat ik het beu ben en dan switch ik naar een ander ontbijt en dat hou ik dan weer een aantal jaar vol. Hetzelfde geldt ook voor de lunch, ik heb al een aantal collega’s vreemd zien kijken op het moment dat ik mijn boterham in zes stukken snijd en die dan allemaal beleg met een plakje komkommer om ze vervolgens met mes en vork op te eten.
Deze voorbeelden hebben minder invloed op mijn houvast en ik kan er ‘goed’ tegen als er iets anders is zonder dit zelf te hebben gedaan.
Verhuizen is een grote verandering. Alles is anders, de slaapkamer, de badkamer, de douche, de weg naar school, de plek waar mijn fiets staat. Ik moet met heel veel zaken rekening houden om mijn geplande structuur vast te kunnen houden. Dit kost veel energie en uithoudingsvermogen.
Deze verhuizing viel samen met een onrustige week. Niet een week waarbij ik ‘gewoon’ mijn werk kon doen, maar een week met opleiding en vrije dagen. En deze verhuizing moest ik niet alleen op mezelf letten, maar ook op een stuiterende tweejarige (van wie zou hij het hebben?). L liep letterlijk springend tussen de gereedschapskisten door het huis. Dit hadden we duidelijk anders moeten plannen. Gelukkig, heel erg gelukkig hebben we dit keer een verhuisbedrijf laten komen, zij hebben al het zware sjouwwerk verricht en ik kon voldoende verhuisdozen, labels en papier ophalen om de dag zo relaxed mogelijk te laten verlopen.
Ondanks dat was ik niet mezelf. En dat weet ik, dat weet ik zo goed. De onrust in mijn lijf, de momenten van hyper en het vergeten van de simpelste dingen. Ik weet dat ik uit balans ben. En dat is zo frustrerend.
In mijn hoofd bouw ik een Jenga toren, alle blokjes netjes op elkaar. Als het spel begint haal ik er blokjes uit en probeer ze netje op te stapelen, maar het is wachten op het moment dat er te weinig blokjes over zijn in de basis en de toren omvalt. En dan moeten de blokjes weer één voor één gestapeld worden om een stevige toren vormen.