Soms weet ik me geen houding te geven. Ongeïnteresseerd noemden ooit een leerkracht mij op de Pabo. Gedeeltelijk zou dit kunnen kloppen, want de rest van de inhoud van dit gesprek is me niet bij gebleven, maar meestal is het de onzekerheid die mij lastig valt.
Ik kan me zorgen maken over wat mensen van mij vinden. Zo weet ik dat best scherp uit de hoek kan komen. Met vriendinnen geen probleem, maar op mijn werk niet altijd tactisch. Ook flap ik er wel eens iets uit waarvan ik later spijt heb. Aan de andere kant vraag ik me af waarom dit me bezig houdt. Ik ben ik en ik mag er wezen, als ik ergens spijt van heb kan ik daar op terug komen. Als ik maar eerlijk ben naar mezelf toe.
Na een lunch met de bovenschools directeur kwam ik terug op mijn werk en vertelde mijn collega dat ik twijfelde of ik wel goed over kwam. Want in de eerste zinnen vertellen dat je ADD hebt is niet altijd slim. En misschien kwam dit wel in het artikel te staan, wat moeten mensen daar wel niet van denken! Zegt mijn collega heel droog: “Jij denkt echt veel te veel na over dit soort dingen.” En dat kwam binnen, want waarom ben ik hier mee bezig? Ben ik niet goed genoeg? Moet ik iedereen pleasen?
Ben ik eigenlijk wel trots op wie ik ben?
Ik weet dat mijn onzekerheid mij blokkeert in bepaalde situaties. In mijn werk laat ik niet altijd zien wie ik ben. Ik verdedig mezelf als mensen mij tips geven, iets waar we tijdens een potential bijeenkomst mee geoefend hebben en mij bewust hebben gemaakt van deze situaties. Op de tennisbaan tijdens de les kan ik de ballen prima raken, maar in de wedstrijd blokkeer ik en vind mezelf het slechtst van de hele competitie. Ik merk dat positieve feedback mij erg stimuleert, wat logisch is als je weet dat dit voor de meeste van mijn leerlingen ook een goede methode is. Maar als volwassene is het niet meer vanzelfsprekend om positieve feedback te geven. Nee, wij letten op elkaars gebreken en willen opbouwende kritiek geven.
Kijk naar social media. Mensen posten foto’s voor en na het afvallen, maar een foto van een week lijnen en nog niet afvallen zien we niet. Of we krijgen die foto wel te zien, met het commentaar dat het niet werkt en dus gezocht moet worden naar een andere methode. Ik zie de foto’s van afgetrainde lichamen voorbij komen en vraag me toch af hoe mensen dat doen, en doe ik dan iets niet goed? Of ben ik al goed bezig met minimaal 1x per week sporten, gezond eten (oerhollandse bruine boterhammen met kaas), 4 dagen werken en het huishouden met een tweejarige draaien?
Waarom moeten wij elkaar alleen het beste van het beste laten zien? Voel ik me als enige aangesproken? Moet ik dan maar stoppen met social media? En wat doet het met anderen, mensen die misschien niet bewust zijn van het beeld dat mensen creëren in plaats van het delen van de werkelijkheid. Als ik hier al last van heb, dan zijn er met mij nog meer mensen die hier last van hebben.
Het leven is gewoon niet altijd rozengeur en maneschijn, er zijn gewoon ook heel veel dagen waarop je best in je huispak op de bank mag zitten met een lekker dekentje en ’s avonds een heerlijke vette pizza bestellen, zodat je lekker met het hele gezin op de bank kan zitten met bier en pizza (voor L een sapje, maar je begrijpt wat ik bedoel).
Dan maar geen sixpack of green happiness, ik ga voor geluk!