Finland 1

Voor de laatste module van het traineeship (cohort 2016/2017) zijn we gestart met een studiereis naar Oulu, Finland. We mogen meekijken en ervaren hoe de leerkrachten en leerlingen werken op de Yli-Ii comprehensive school. Een school met 300 leerlingen tussen de 6 en 16 jaar. Jukka Miettunen is de directeur van deze school. Jukka heeft voor ons een gevarieerd programma samengesteld, waarbij wij niet alleen de school maar ook het land en de regio beter leren kennen.

De meeste kinderen starten in 1st grade op de Yli-Ii school en verlaten de school na grade 9. Om hun educatie te vervolgen op een high school.

In Finland is het gebruikelijk om naar de school te gaan binnen het district waarin je woont, maar er is ook een mogelijkheid om voor een school buiten het district te kiezen. Daarvoor moet je een aanvraag doen bij de directeur van de school in het district, die vervolgens in overleg gaat met de directeur van de school waar je aangemeld wil worden. Het gaat hier om de public scholen. In Finland kennen ze nog een drietal privé scholen, Steiner scholen, scholen volgens een bepaalde religie en de Zweedse scholen (Finland behoorde vroeger eerst tot Zweden, vervolgens tot Rusland waarna ze in 1917 onafhankelijk werden). De tweede taal, naast hun moedertaal Fins, die de leerlingen op school leren is daarom Zweeds.

Doordat de meeste ouders en leerlingen kiezen voor de school binnen het district zie je een diversiteit aan leerlingen uit verschillende lagen van de samenleving. Wat een verschil is met Nederlandse scholen waarbij ouders vaak een duidelijk keus maken voor een bepaalde school, daarom zijn de verschillen tussen sociale lagen groter en is dit moeilijk te doorbreken is. Overigens is de keuze vrijheid een groot goed wat niet onderschat mag worden.

Doordat 98% van de scholen onder de public scholen valt is de kwaliteit van het onderwijs om de meeste scholen gelijk. Het parlement[1] komt met het curriculum waarin de hoofdlijnen van het onderwijs bepaald zijn. Je kunt hierbij denken aan de verdeling van de uren en de doelstellingen m.b.t. ICT onderwijs. Uit het gesprek met Mirja kwam naar voren dat het parlement het curriculum opgesteld, maar dat niet op toetst. Een onderwijsinspectie zo als wij het kennen bestaat hier niet.

Naast het curriculum gaat de school (directeur) in overleg met de gemeente. Zij bepalen de visie en de missie van de school en bekijken de mogelijkheden van het curriculum en de behoefte van leerkrachten en leerlingen. De school wordt gefinancierd vanuit de overheid en de gemeente. Net als in Nederland ontvangt een school per leerling een bepaald budget. Daarnaast kunnen er extra gelden aangevraagd worden voor bijvoorbeeld het aanstellen van een extra leerkracht voor een special class (klas voor leerlingen met leer-, en/of gedragsproblemen of een handicap). Daardoor kunnen, op een aantal uitzonderingen na, alle leerlingen naar het reguliere onderwijs. Dit is een groot verschil met Nederland, door de samenwerking tussen leerkrachten, het less is more principe van het aantal lesuren, de vele pauze momenten (na elke 90 minuten les 30 minuten pauze) en grotere zelfstandigheid bij de leerlingen is dit mogelijk. Overigens merkte Jukka wel op dat er aan de bovenkant nog winst de behalen valt. Het specialisme op het gebied van (hoog)begaafdheid is nog te weinig aanwezig.

Zoals ik eerder als benoemde zijn er een aantal praktische verschillen waardoor er mogelijkheden worden gecreëerd. Denk aan het less is more principe, de samenwerking tussen leerkrachten en de vele pauze momenten. Hier wordt het interessant voor het Nederlandse onderwijs. Waar ik van mening was dat er van boven af veel geregeld was zie ik nu steeds meer dat daar de verschillen niet zo groot zijn. Het is de mindset van de leerkrachten en de status van de leerkracht die het verschil maken. Iets wat wij voor een groot gedeelte zelf in de hand hebben als leerkrachten.

De leerkracht hier verdient misschien iets meer dan de gemiddelde leraar in Nederland, maar in Finland worden de leraren vergeleken met doctoren en advocaten. Het aantal mannen voor de klas is gelijk aan het aantal in Nederland (zo’n 10%), maar dat doet niets met de status van de leerkracht. Om aangenomen te worden op de universiteit voor educatie wordt een selectie gemaakt op kwaliteit. Van de duizenden aanmeldingen worden ongeveer 200 studenten toegelaten op de opleiding. En wat in Nederland een 4 jarige bachelor opleiding is, is hier een 4 jarige universitaire master opleiding. Je bent na de opleiding Master of Education, in Nederland krijg je deze titel wanneer je na de Pabo nog een HBO Master volgt. Als leerkracht in Finland heb je dus een gelijk opleidingsniveau als een advocaat. Desalniettemin geven de leerkracht hier ook aan dat het salaris omhoog moet en dat er meer mannen in het onderwijs moeten blijven (een groot gedeelte stapt uit het onderwijs). En zijdelings wordt ons verteld dat ook de Finse leerkrachten te kampen hebben met administratieve rompslomp. Het verschil tussen de werkzaamheden in Finland en Nederland lijkt hierdoor toch minder groot.

 Maar wat maakt dan naast de status van leerkracht het beroep zo aantrekkelijk?

Jukka vertelt dat de basis van het onderwijs het vertrouwen is. En dat vertrouwen begint bij het parlement, zij controleren de kwaliteit van het onderwijs niet. Dan zou je denken dat de controle daarvan bij de gemeente en de directeur ligt, maar ook zij geven aan dat deze controle minimaal is. Jukka heeft met zijn leerkrachten jaarlijks ontwikkelingsgesprekken. In die gesprekken heeft de leerkracht het initiatief en kan hij of zij aangeven waar de behoefte ligt. Dat kan dus een nieuwe interesse zijn, maar ook een verbetering of verandering bij de leerkracht. De behoeften van de leerkrachten worden door Jukka geïnventariseerd en tijdens een teammiddag of bijeenkomst worden de verschillende wensen naast elkaar gelegd.

Aan het eind van de zomervakantie wordt het schooljaar besproken. Jukka geeft aan waar de gemeente en hij de school zien en waar de aandacht ligt. De behoeften van het team komen aanbod en de gezamenlijke doelen voor het schooljaar worden gesteld. Vanuit dat gezamenlijke doel wordt bepaald wie wat gaat doen. Hij zet het hele team in dezelfde richting en geeft de leerkrachten de autonomie om de invulling te bepalen. Zij zijn de professionals, zij weten hoe ze de doelen kunnen bereiken, daar ligt het specialisme. De gemeente verzorgt gratis lessen voor leerkrachten die aansluiten bij de ontwikkelingen op de scholen. Leerkrachten kunnen zich hiervoor inschrijven. De leerkrachten zorgen onderling ervoor dat iedereen de lessen kan volgen die voor de school en de persoonlijke ontwikkeling noodzakelijk zijn. En ze dragen gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de persoonlijke ontwikkeling van elke leerkracht. Hier kunnen wij nog stappen in maken, want door de autonomie, de samenwerking en de gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt het werkplezier groter.

De samenwerking is binnen het nieuwe curriculum een hot topic. Alleen door samenwerking kunnen ze ervoor zorgen dat de extra handen, het vertrouwen en de rust de school in komt. Jukka vertelt dat van alle leerkrachten verwacht wordt dat zij samenwerken. De leerlingen werken gedurende de dag in verschillende groepen, om dit soepel te laten verlopen is de overdracht en samenwerking belangrijk. En ook voor het vrij maken van leerkrachten wanneer zij aan hun persoonlijke ontwikkeling werken of wanneer zij andere collega’s moeten ondersteunen is de samenwerking belangrijk. Je staat er in dit team niet alleen voor. Vandaag sprak ik een subject teacher, zij geeft sinds 2 maanden Finse les op de school van Jukka. Zij vertelde mij dat het voor haar lastig is om aan een baan te komen. Omdat er zo weinig plekken zijn is er besloten dat leerkrachten voor de Finse taal niet het volle aantal uren voor de klas mogen staan. Op die manier worden er meer banen gecreëerd voor deze groep leerkrachten. Er wordt voor de samenwerking gezorgd wanneer je als overheid bepaald dat je mensen aan het werk wil krijgen. Zij was ook erg te spreken over de manier van werken op de school van Jukka.

De afgelopen 4 jaar heeft Jukka hier een ontwikkeling doorgemaakt met zijn team. Ook hebben verschillende (oudere) leerkrachten het onderwijs verlaten. Het is ook belangrijk om te weten dat het in Finland normaal is om fulltime te werken. Met de 24 contacturen hebben de leerkrachten in de middagen ruimte voor andere schoolse zaken. Dit kan het voorbereiden van de lessen zijn, maar ook het volgens van lessen voor de persoonlijke ontwikkeling of het bespreken van lessen en overleggen met collega’s. Per week is 1 uur beschikbaar voor de oudercontacten en heeft Jukka de vrijheid om 2 uur per week in te vullen voor zijn team. Dit gebeurt normaliter op woensdag met een vergadering. Tijdens ons verblijf hebben we op vandaag een snowhike over het meer bij school gemaakt. Aan de andere kant van het meer werden we uitgenodigd bij het huisje van een van de leerkrachten. Bij het kampvuur konden we een worstje roosteren en op het meer werden ritjes gemaakt op een sneeuwscooter. Iets wat veel gedaan wordt en waarvoor ook tochten uitgezet worden. Voor de leerkrachten was het vrij om deel te nemen aan deze tocht en voor sommige was dit ook de eerste keer dat ze deze tocht maakten. Toch vraag ik me af of iedereen vrijwillig mee ging. De Finnen zijn moeilijker bereikbaar dan de Nederlanders. Tot nu toe wordt er over het onderwijs veel vertelt en kom ik steeds meer te weten over de gang van zaken, maar of het nu gastvrijheid is of ongemak ze blijven op momenten terughoudend en verwachten dat jij het gesprek opent. Een aantal leerkrachten durft de wedervraag te stellen, maar de meeste houden het bij het vertellen over hun eigen systeem.[2]

Uiteindelijk is de samenwerking pas mogelijk wanneer er vertrouwen is in elkaar. Dit vertrouwen gebruiken ze ook bij de kinderen. Gedurende de dagen op school zien we veel kinderen op de gang werken. Meestal in groepjes (samenwerking), de leerkrachten geven ons uitgebreide uitleg over het systeem tijdens de lessen en meestal zie je een extra leerkracht hulp bieden aan kinderen die daarom vragen. En omdat niet de hele klas in het lokaal zit is de tijd en ruimte er ook. De lessen duren telkens 45 minuten, zelf heb ik nog geen instructie gezien (als ik de een op een begeleiding niet meereken), maar de trainees geven aan dat die er toch zijn. En daarin zien zij dezelfde verschillen als in Nederland. Tijdens het ene vak wordt gebruik gemaakt van materiaal terwijl er in een andere klas een frontale klassikale instructie wordt gegeven. Zij geven aan dat deze instructies alleen tot het minimale aantal keer per week wordt beperkt, less is more.

En als ik dan terug kom op less is more, dan moet ik het ook hebben over het aantal lesuren. Deze verschillen voor elke groep. De kinderen starten met zo’n 3 a 4 uur per dag tot 5 uur per week. En van elk uur les zijn 15 minuten beschikbaar voor een korte pauze. Het aantal contacturen is hier zo minimaal. Toch als je door de school loopt voel je de rust (wellicht omdat iedereen op sokken loopt) en ook tijdens de pauze zien wij geen opstootjes. Dat is het tegenovergestelde van wat er bij mij in de klas en op de gang gebeurt. De leerkrachten stralen rust uit. Tijdens de lessen en in de pauzes. Het lijkt de kinderen te helpen wanneer zij wat meer ruimte hebben om hun eigen plan te trekken. En zorgt voor minder werkdruk bij leerkrachten.

Terwijl de leerkrachten hoge verwachtingen hebben en er ook geen keuzes worden gemaakt in het vervolg niveau. Iedereen kan bijvoorbeeld na secundary school naar de universiteit om dokter te worden. Ook als misschien later blijkt dat dat niveau te hoog is voor de leerling. Jukka geeft aan dat er opvallend genoeg minder leerlingen voor deze optie gaan. Voor de university of applied sience is populair. Wederom gaan ze uit van het vertrouwen en benoemen ze wat de mogelijkheden zijn en niet, zoals wij dat wel doen, de onmogelijkheden. Kanttekening is wel dat het zelfvertrouwen van de leerlingen geschaad wordt wanneer zij pas op latere leeftijd te maken krijgen met de tegenslag van iets niet kunnen. Nu wordt vooral vertelt dat zij het wel kunnen.

In principe zijn ouders betrokken bij de ontwikkeling van hun kinderen. Ze kunnen hun mening geven over schoolse zaken en er zijn gespreksmogelijkheden met de leerkrachten Vooral tijdens de eerste 3 jaar vinden deze plaats en later wanneer de behoefte er is. De meeste leerkrachten spreken uit dat ouders vertrouwen hebben in de leerkracht en uitgaan van het specialisme van de leerkracht. Toch kan een ouder ervoor kiezen om informatie over een leerling niet te delen met de leerkracht of de school. Een leerkracht moet elk jaar ouders om toestemming vragen voor het delen van informatie aan andere leerkrachten. Dit kan de samenwerking drastisch belemmeren, maar zorgt ook voor een open blik naar de leerlingen wanneer je start met een nieuwe groep. Het leerlingvolgsysteem wat wij kennen is hier dus anders. Toch geeft Sari (Arts teacher) aan dat zij documenteren en vooral de gesprekken met ouders en het pedagogische gedeelte van het beroep is er de afgelopen jaren bijgekomen.

De afgelopen 2 dagen heb ik zoveel nieuwe indrukken opgedaan en verhalen gehoord dat ik alvast wil delen. Ik zie zoveel mogelijkheden voor ons onderwijs dat ik hopelijk aan het eind van de reis een actielijst kan maken voor het onderwijs in Nederland, de mogelijkheden voor de verbetering van het onderwijs.

[1] In het parlement zitten verschillende oud leerkrachten. Mirja Vehkapera, lid van het comité voor onderwijs en cultuur, en hebben wij gesproken via Skype.

1 gedachte over “Finland 1”

Laat een reactie achter