Voor veel volwassenen met ADHD begint het ADHD-verhaal niet met een diagnose in de kindertijd, maar met een gevoel van uitputting, frustratie of “het lukt me gewoon niet zoals anderen”. Vaak zijn ze al ver in de dertig, veertig of ouder wanneer ineens het inzicht komt en de kenmerken van ADHD duidelijk zichtbaar zijn of dat zij het label ADHD krijgen.
En dan komt er opluchting.
Maar óók verdriet.
De diagnose als beginpunt van rouw
Een diagnose voelt voor velen als erkenning. Eindelijk begrijp je waarom dingen altijd zo stroef gingen. Waarom structuur aanbrengen zóveel moeite kostte. Waarom je je altijd nét een beetje ‘anders’ voelde, maar het nooit goed kon uitleggen.
Toch komt die helderheid vaak met een rouwproces. Je kijkt terug op je leven met een nieuwe bril. Wat als iemand dit vroeger had gezien? Hoe anders had mijn schooltijd kunnen zijn? Mijn werk? Mijn relaties?
Je rouwt om gemiste kansen. Om de jaren waarin je dacht dat jij het probleem was.
Zelf kreeg ik mijn diagnose op mijn 24ste, na een lange relatie die stuk liep en problemen op mijn werk kwam voor mij de opluchting en het inzicht. ADHD was wat ik al jaren bij me droeg.
Voor mij was het meteen duidelijk. Het beeld van hoe ik was op de basisschool, de stemmingswisselingen in de puberteit en de drang naar houvast, omdat ik mij verloren voelde in een wereld die mij voorbij raasde. Ik snapte eindelijk waar mijn gedrag en vooral ook mijn gevoel vandaan kwam.
Een ander perspectief op je jeugd en carrière
Misschien was je niet lui, maar overprikkeld.
Misschien was je niet ongeïnteresseerd, maar onder gestimuleerd.
Misschien had je geen gebrek aan motivatie, maar gewoon een brein dat anders werkt.
Het kan confronterend zijn om te beseffen dat je jarenlang hebt geprobeerd jezelf aan te passen naar wat normaal zou moeten zijn, maar dat jou normaal anders is.
Ik dacht ook dat ik mezelf moest aanpassen, dat ik “normaal” moest doen. Dat kost enorm veel energie, doordat ik het label kreeg vielen de stukjes ineens op de juiste plek. Nu ik zelf structuur aan moest brengen vond ik dat ineens moeilijk, het was te veel. Ik heb een rustige fijne jeugd gehad, waarbij mijn ouders zorgde voor rust en routine. Na de diagnose realiseerde ik mij hoeveel steun ik daar altijd aan had gehad.
Maar het leren vond ik lastiger, op de HAVO ging ik met de hakken over de sloot over en uiteindelijk op de PABO bleek ik praktisch heel goed uit de verf te komen, maar zodra ik op papier moest zetten wat ik had gedaan ging het mis. ’s Nachts maakte ik mijn opdrachten en kreeg ik mijn opdrachten net voor de deadline af. Afgeraffeld om maar op tijd te zijn. Ik begin altijd met goede moed, maar laat het er in de afronding nog wel eens bij zitten.
Ook de vele hobby’s die zijn gepasseerd kunnen nu eindelijk verklaard worden! En alle kleren die bij de eerste keer dragen al kapotgingen en de blauwe plekken op mijn benen. Het label heeft mij lucht gegeven en de rust dat ik er niet altijd iets aan kan doen, dat ik niet boos op mezelf hoef te worden, maar lief mag zijn en met compassie naar mezelf mag kijken.
De subtiele kant van ADHD bij volwassenen

ADHD is niet altijd de drukke jongen achter in de klas. Zeker bij volwassenen, en vaak ook bij vrouwen, uit ADHD zich op subtielere manieren:
- Je hoofd is altijd ‘aan’
- Je begint met 10 dingen tegelijk, maar maakt niks af
- Je voelt je snel overweldigd
- Je bent creatief en denkt snel, maar hebt moeite met afmaken
- Je voelt je vaak anders, maar weet niet waarom
Omdat je ‘gewoon meedoet’, halen mensen het vaak niet in hun hoofd dat er iets aan de hand zou kunnen zijn. En jijzelf dus ook niet.
Maskeren: de vermoeiende kunst van normaal lijken
Wat veel volwassenen met ADHD jarenlang doen, is maskeren. Je ontwikkelt strategieën om mee te draaien in de maatschappij: lijstjes, alarm zetten voor van alles en nog wat, overcompenseren, perfectionisme…
Aan de buitenkant lijkt het alsof je alles onder controle hebt.
Maar vanbinnen kost het je bakken met energie.
Uiteindelijk kom je op een punt dat het niet meer gaat. Je raakt overprikkeld, opgebrand, of gewoon op. En dat is vaak het moment waarop de zoektocht begint. Naar hulp. Naar begrip. Naar jezelf.
En dan? Dan begint de echte reis
De diagnose is geen eindpunt. Het is het begin van zelfinzicht, mildheid en opnieuw opbouwen van jouw Jenga toren.
Je leert dat je niet “kapot” bent.
Je leert dat je brein werkt op zijn eigen unieke manier.
En je ontdekt hoe je kunt leven op een manier die wél past bij jou.
En ja — soms komt nog steeds dat stemmetje:
“Had ik dit maar eerder geweten…”
Maar steeds vaker komt daar iets nieuws voor in de plaats:
“Wat fijn dat ik het nú weet.”
Nu is het tijd om jouw Jenga toren te gaan leren kennen en te ervaren hoe het voelt om die Jenga toren in balans te houden zodat er meer rust in je leven komt, want rustig zal het nooit helemaal zijn!